Wat nu weer dan

En toen was het november. We hadden die pandemie toch achter ons gelaten? Goodbye 1,5 meter samenleving, dag dag mondkapjes. Maar nee. We zitten er nog middenin. Handen wassen, Afstand houden. Kuchen, liefst niet maar als het dan echt moet dan maar in de ellenboog. Geen handen schudden. Kortom al die dingen die je nooit gedaan zou hebben als “het” er niet was.

Ik heb ergens hier eens op deze site beweerd dat deze pandemie weliswaar ernstig is, maar dat “er zeker geen miljoenen mensen aan gaan overlijden”. Dat dacht ik toen ook echt. En dat had ik goed mis. Wereldwijd zijn er inmiddels meer dan 5 miljoen mensen overleden, en dat worden er nog heel veel meer. Ik dacht ook dat een vaccin ons uit de crisis zou helpen. Ook dat had ik goed mis. Tenminste, ik geloof daar niet meer in. Tuurlijk, het zal wel helpen de zorg te ontlasten -en dat is op zich reden genoeg om je te laten vaccineren- maar het zal uiteindelijk maar een pleister op een grote, etterende wond zijn. Onze samenleving is verandert in een tempo waar je scheel van gaat kijken.

Zo zijn er categorieën banen die niemand meer wil. Wie gaat er nog met plezier een horeca bedrijf beginnen? Wie wil nog investeren in een reisorganisatie? Er zijn ook banen verdwenen, en er zijn banen teruggekomen die ook niemand wil . Leuk dat je in zo’n teststraat flink kan verdienen, maar kom op zeg dat is toch geen baan? Wie wil anderen controleren of ze wel een geldige QR code hebben? Niemand toch?

Menig kantoor is of wordt opgedoekt en iedereen die daar werkte gaat of met pensioen, of werkt vanaf huis. Er schijnen ook “hybride” werkvormen te zijn waarbij je op een verder fraai ingericht kantoor via fancy beeldverbindingen dezelfde werkzaamheden kunt doen die je thuis ook kan. Voordeel is dan wel dat je ook collega’s in levende lijve ziet en dat je nog eens “ouderwets” bij de koffieautomaat kunt roddelen (zonder dat je videoprovider dat vastlegt).

Softwareontwikkelaars hebben het makkelijk, voor hen verandert er niet zoveel. Die zien over het algemeen toch niet heel veel mensen en zijn daar ok mee. Ik mag dit zeggen, behoor zelf tot dit clubje van doorgaans bescheiden mensen.

Maar een marktkoopman hoeft niet meer zo hard te schreeuwen om z’n bloemkolen aan de man te brengen. Sterker, hij doet er goed aan een webshop te beginnen, of een bezorgservice, of een combinatie daarvan. Want je laat je niet eerst checken om naar een markt te kunnen. Ja maar, dat hoeft ook helemaal niet hoor ik je zeggen. Nee, dat hoeft niet-nog niet. Mijn vrees is dat dit wel gaat gebeuren. Alles wat “buitenshuis” is zal uiteindelijk op een of andere wijze gecontroleerd moeten kunnen worden. Technisch is dat allemaal te doen hoor. China doet het ook.

Met dit kleine betoog draag ik niets anders uit dan dat ik het heel pijnlijk vind om te zien hoe de wereld om ons heen veranderd op een manier die mij niet gelukkiger maakt -en naar ik vermoed, geen enkel mens gelukkiger maakt. Hooguit (iets) veiliger. Ik weet niet zo goed hoeveel geluk ik wil inruilen voor veiligheid. Mijn eigen veiligheid en die van anderen.